Menu

Applicatiecentrum Beton en Bouw officieel van start

Torfs, Sofie avatar
25/10/2019 10:04 in De wijk van morgen

Applicatiecentrum Beton en Bouw officieel van start

Op 22 oktober is het Applicatiecentrum Beton en Bouw van UHasselt officieel geopend. In dit state-of-the-art onderzoekscentrum zullen vanaf december betonstructuren en gebouwconcepten getest worden op onder andere hun maximale windbelasting en aardbevingsbestendigheid. Voor de oprichting van het ACB² kon UHasselt rekenen op steun van Vlaanderen en de Provincie Limburg. Het applicatiecentrum werd officieel geopend in aanwezigheid van Vlaams minister Zuhal Demir, gouverneur Herman Reynders en gedeputeerde voor Economie Tom Vandeput.

“De start van het Applicatiecentrum voor Beton en Bouw is voor de universiteit, voor de faculteit Industriële wetenschappen én voor de onderzoeksgroep bouwkunde een erg belangrijke stap”, zegt rector Luc De Schepper. “Met hoogtechnologische infrastructuur kunnen we hier op grote schaal testen uitvoeren, specifiek gericht op de noden van de bouwsector. En zo ons bouwkundeonderzoek naar een nog hoger niveau tillen.”

In het Applicatiecentrum Beton en Bouw zullen allerhande bouwmethodes, materialen en constructies getest worden op onder meer hun sterkte-eigenschappen. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van proefwanden van wel 7 meter hoog en 1 meter 20 dik. Genoeg om krachtswerking aan te kunnen vergelijkbaar met de waterdruk bij een stuwdam van 15 meter hoog. “We gaan hier constructies van 3 bouwlagen hoog of betonstructuren van wel 40 meter lang testen op hun stabiliteit. Via hydraulische vijzels vastgemaakt aan onze proefwanden gaan wij druk uitoefenen op deze structuren tot er scheuren ontstaan, of de structuren zelfs breken”, legt prof. dr. ing. Bram Vandoren van de onderzoeksgroep Bouwkunde uit.

Steun van Vlaanderen en provincie

De totale kostprijs voor dit project bedraagt 6,1 miljoen euro. 4,2 miljoen euro hiervan is afkomstig uit het Vlaamse Grindfonds. ”Maar weinig projecten in Vlaanderen kunnen voor 70% rekenen op fondsen van de Vlaamse regering. Dat gebeurde hier in Limburg wel omdat dit project veel verder gaat dan het stimuleren van techniek en technologie”, zegt Vlaams minister van Omgeving, Zuhal Demir. “Het gerichter aansluiten van opleidingen en faciliteiten bij de behoeften van de Limburgse arbeidsmarkt primeert hier sinds dag één. Onze 2.550 bouwbedrijven, waarvan 98 % kmo’s, zorgen voor een tewerkstelling van bijna 25.000 Limburgers en blijft dus van groot belang.”

Ook de provincie Limburg is een belangrijke partner binnen dit project. Zij schonken het perceel in erfpacht aan UHasselt, voor een symbolische euro. ““Op korte tijd is op het Wetenschapspark een sterke bouwcampus in stelling gebracht. Onderzoek, onderwijs, bedrijfsleven en overheid werken hier samen aan de bouwsector van de toekomst. Deze samenwerking is nodig om de bouwsector te transformeren naar een technologische en innovatieve sector. In de economische groeistrategie van de provincie en POM Limburg blijft de bouwsector een sterkhouder die zorgt voor innovatief ondernemerschap, en jobs”, aldus Tom Vandeput gedeputeerde van Economie.

Samenwerking met de bouwsector

“De onderzoeken die in het Applicatiecentrum zullen plaatsvinden, gaan zeker nieuwe inzichten geven aan de bouwsector. Want nieuwe brugoverspanningen of type welfsels worden hier tot het uiterste getest”, zegt decaan van de faculteit Industriële ingenieurswetenschappen Marc D’Olieslaeger. “Daar komt nog bij dat we gelegen zijn op een steenworp van de Confederatie Bouw Limburg en de Construction Academy, waardoor de bouwindustrie en academisch bouwonderzoek elkaar hier kunnen ontmoeten.”

Dat ziet ook Chris Slaets, directeur van Confederatie Bouw in Limburg als een groot voordeel: “Op 4 juni 2018 ondertekenden Confederatie Bouw Limburg en UHasselt een charter ‘levenslang ondersteunen, begeleiden en informeren van de bouwprofessional’. Onder deze koepel van de Construction Academy bundelen we onze krachten om de bouwprofessional tot een hoger niveau te tillen, ieder specifiek vanuit zijn kennis. Hierdoor wordt de interactie tussen bouwpraktijk, onderzoek en onderwijs alleen maar sterker.”

0 reacties

Terug naar De wijk van morgen