Menu

Van baksteen naar biobased bouwen

Verbeeck, Sarah avatar
27/05/2019 15:18 in De wijk van morgen

Van baksteen naar biobased bouwen

Bouwen met afgedankte spijkerbroeken, cacaoschillen en olifantsgras. In het Friese dorp Oosterwolde ontwierp architectenbureau Paul de Ruiter Architects in opdracht van de gemeente het Biosintrum, dat voor 80 procent uit biobased materialen bestaat. “Het gebouw is een beleving op zich”, zegt projectleider Martijn van Gameren, die bij het gehele ontwerpproces was betrokken.

Vanwege de hoge duurzaamheidsambitie, de vele agrarische activiteiten in de regio en om ervoor te zorgen dat er minder jonge mensen wegtrekken, gaf de gemeente Ooststellingwerf in 2017 het startsein voor de bouw van het Biosintrum. Het is een ontmoetingsplek voor het onderwijs, het bedrijfsleven op het vlak van de biobased economie. De naam Biosintrum is een samensmelting van bio – verwijzend naar biobased economie – en sintrum, dat centrum betekent in het Fries. In het Y-vormige, 1.000 vierkante meter grote kenniscentrum zijn onder andere studieplekken, een congreszaal, (bedrijfs)restaurant, vergaderruimtes, onderwijsruimte, flexwerkplekken en een laboratorium gevestigd. 

Biobased bouwen

Architectenbureau Paul de Ruiter Architects beschikte al over ervaring op het gebied van biobased bouwen, maar niet op zo’n grote schaal. “Dat maakte het project tot een enorm leerzaam proces”, vertelt Van Gameren. “De eerste vraag die we onszelf stelden, was: wat is een biobased gebouw eigenlijk? Gebouwen zijn nodig, maar gaan vaak ten koste van het landschap. Daarom wilden we het landschap laten terugkomen. Omdat niet alle natuurlijke constructiemethoden zijn gecertificeerd volgens de huidige wet- en regelgeving, moesten we in gesprek met leveranciers, bouwers en adviseurs om erachter te komen welke bouwmethode we konden toepassen. Daarvoor heb je partijen nodig die echt gedreven zijn en met haalbare oplossingen komen.” Het Biosintrum is gebouwd door Natuurlijk Bouwen BV, een bouwbedrijf uit Ooststellingwerf. Bij de bouw is er gekozen voor een houten constructie. In samenwerking met Staatsbosbeheer is larikshout uit een nabijgelegen bos gebruikt. Door nieuwe aanplanting gaat er per saldo geen bos verloren.

Het resultaat is een kenniscentrum dat voor 80 procent van biobased materialen is gemaakt. Van Gameren: “Het was pionieren, niet alles is gelukt. Hopelijk kunnen we in de toekomst volledig biobased bouwen. Daarmee lossen we veel problemen op.” Hij bedoelt daarmee de hoge CO2-uitstoot die de bouwsector doorgaans veroorzaakt. Daarnaast worden veel materialen niet of nauwelijks hergebruikt. Biobased bouwen kan daar verandering in brengen.

Van oudsher traditioneel

“De bouw is van oudsher traditioneel”, legt Van Gameren uit. “Ondanks dat er nu voornamelijk met beton en bakstenen wordt gebouwd, werden woningen vroeger gemaakt van biobased materialen, zoals leem, stro en modder. Met biobased materialen bedoelen we materialen die in de natuur groeien en biologisch afbreekbaar zijn. Een groot verschil met fossiele brandstoffen, die eindig zijn.”

Om op grote schaal en met meer snelheid te kunnen bouwen, ontstonden er na verloop van tijd steeds meer fabrieken en machines. Beton, staal en aluminium zijn nu veelgebruikte materialen. Het Biosintrum bestaat daarentegen grotendeels uit natuurlijke materialen. “Het unieke is dat alle biobased materialen die momenteel beschikbaar zijn samenkomen in één gebouw. Zelfs de tape om het gebouw luchtdicht te krijgen, is gemaakt van natuurlijk materiaal”, legt Van Gameren uit.

Volgens de projectleider heeft de omschakeling naar biobased bouwen tijd nodig, omdat betonnen en bakstenen gebouwen diep in onze maatschappij zijn verankerd. “Met name in de woningbouw is het nog de standaard: het is goedkoop en bouwt snel. Bij woningbouw is de akoestiek vaak een probleem omdat er bij natuurlijke materialen minder massa wordt gebruikt dan bij beton, wat tot geluidsproblemen leidt.

Natuurlijke bouwmaterialen

Het Biosintrum is een voorbeeld van wat er allemaal mogelijk is op het gebied van biobased bouwen. Naast dat er zoveel mogelijk natuurlijke materialen zijn gebruikt, is er ook gebruik gemaakt van het principe van recycling.

Zo zijn de kozijnen gemaakt van accoya hout: Dat is naaldhout dat met azijnzuur is bewerkt, wat de levensduur ervan aanzienlijk verlengt. Het marmoleum is gemaakt van cacaoschillen en de stopcontacten zijn van bioplastics met melkzuur gemaakt. In het midden van het gebouw groeit een boom om de natuurbeleving extra te benadrukken.

Van Gameren is trots op de vloer die op de begane grond ligt, die is gemaakt van restproducten: gerecycled olifantsgras en betonpuingranulaat. Het cement is vervangen door olifantsgras, dat vervolgens met het beton is vermengd. “De vloer is glad, maar oogt stroachtig doordat er grasvezels in zitten”, legt Van Gameren uit. “Het is nieuw en nog niet eerder toegepast. Door met elkaar in gesprek te gaan en te kijken of het binnen het budget, de onderhoudsplannen en onze visie past, is de keuze gemaakt voor deze vloer.”  

Stimulans vanuit de overheid  

Het Biosintrum sleepte begin dit jaar de prestigieuze Nederlandse Bouwprijs 2019 in de categorie ‘Gebouwen’ in de wacht. De jury noemde het kenniscentrum een voorbeeldproject, waarbij gebruik is gemaakt van een nieuwe toepassing, namelijk biobased materialen. Ook het betrekken van de doelgroep bij zowel het ontwerp als de bouw werd als inspirerend ervaren.

Van Gameren: “Biobased bouwen is nog redelijk onbekend in Nederland. Dat een project met zulke ambities en uitgangspunten de bouwprijs wint, voelde als een enorme beloning. Als anderen het ook zien, is dat erkenning voor wat je doet.” Omdat het Biosintrum met overheidsgeld is gefinancierd, lag er vanaf het begin extra druk op de haalbaarheid van het gebouw. “Een jaar na de start stonden we afgelopen december weer met z’n allen in het pand. Trots dat het ons was gelukt om dit met elkaar te realiseren. Dat we vervolgens de bouwprijs ermee winnen, geeft extra voldoening”, besluit Van Gameren.

Ook omwonenden leverden een bijdrage aan het Biosintrum. De wandisolatie bevatten denim van afgedankte spijkerbroeken, die inwoners uit de omliggende regio bij de gemeente konden inleveren. In totaal zijn zo’n 2.300 spijkerbroeken, ofwel 690 kilo, ingezameld. Ook Van Gameren leverde zijn oude jeans in: “Iedereen uit de omgeving kon bijdragen, wat de betrokkenheid heeft vergroot.” Alle spijkerbroeken werden vermalen en tussen de wanden gestempeld. Het Biosintrum heeft op meerdere plekken kijkgaten zodat bezoekers kunnen zien welke natuurlijke materialen er in de wanden zijn verwerkt.

Bron: www.duurzaambedrijfsleven.nl

Auteur: Sanne Bode

Foto: © Paul de Ruiter Architects / Egbertdeboer.com

 

0 reacties

Terug naar De wijk van morgen