Menu

Bedrijven werken samen met lokale boeren om CO2-uitstoot te compenseren via opslag in de bodem

Goidts, Anne avatar
14/06/2020 15:10 in De wijk van morgen

Bedrijven werken samen met lokale boeren om CO2-uitstoot te compenseren via opslag in de bodem

Wereldwijd wordt gezocht naar manieren om CO2 te capteren en vast te leggen. Carbon farming is een manier om koolstof lokaal op te slaan in de bodem en tegelijk de omgeving te vergroenen. Naast bossen en oceanen is de bodem immers een grote natuurlijke opslagplaats van koolstof. Vlaanderen, Nederland, Duitsland en Noorwegen onderzoeken samen het potentieel.

Om de klimaatdoelen te halen en in lijn met de Sustainable Development Goals (SDG’s) te opereren, compenseren heel wat Europese industriële bedrijven hun CO2-uitstoot door op een andere plaats in de wereld CO2 op te slaan. Vaak gaat het om technische projecten ver van hier, zoals CO2-opslag in lege gasvelden op zee, of om het aanplanten van bomen in Zuid-Amerika.

Carbon farming is een manier om de CO2-uitstoot lokaal te compenseren. Het werkt zo: een bedrijf geeft lokale landbouwers een vergoeding om maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat hun bodems meer CO2 opslaan. Het kan bijvoorbeeld gaan om het inzaaien van gewassen met diepe wortels of het niet of minder bewerken van percelen. Zo’n koolstofsamenwerking tussen bedrijven en boeren zorgt ervoor dat de koolstofkringloop lokaal wordt gesloten en dat een bijkomend verdienmodel voor de landbouwers wordt gerealiseerd. Het bedrijf compenseert zijn klimaatimpact in eigen regio en de plaatselijke omgeving vaart er wel bij: niets dan winnaars dus. Carbon farming biedt de landbouwer en bij uitbreiding de hele voedingsketen bovendien de kans om hun activiteiten te vergroenen en een steentje bij te dragen aan de klimaatstrijd.

Energiecoöperaties

Vlaamse, Nederlandse, Duitse en Noorse partners bundelen hun krachten in een Europees project om het potentieel van carbon farming uit te testen. In het Nederlandse Windpark Krammer hebben de twee grote energiecoöperaties Zeeuwind en Deltawind en landbouworganisatie ZLTO (een vereniging van ruim 13.000 boeren en tuinders in Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Gelderland) een proefproject opgezet. Een deel van de opbrengst van het windpark, een coöperatieve met zo’n 5000 participanten, wordt ingezet om lokale boeren te ondersteunen bij het nemen van bodem- en ecologieversterkende maatregelen. De maatregelen resulteren in CO2-vastlegging in de bodems rondom het windpark. De boeren ontvangen een financiële vergoeding voor diensten die ze leveren aan de maatschappij.

Om CO2 uit de atmosfeer permanent vast te leggen in de bodem zijn diverse maatregelen mogelijk. Het principe is steeds hetzelfde: planten en gewassen zetten CO2 uit de lucht om in biomassa. Door in te zetten op permanente bodembedekking, teeltdiversificatie en minimale grondverstoring kan de koolstof gebonden in die biomassa voor lange tijd vastgehouden worden in de landbouwgrond en bodem. Voor de pilot voeren 15 boeren, met in totaal 600 tot 700 hectare landbouwgrond, elk minimaal twee extra ondergrondse maatregelen en één bovengrondse maatregel uit. Iedere deelnemer bindt zo elk jaar 30 tot 40 ton CO2. De boeren krijgen jaarlijks naar inspanning 70 procent van de vergoeding uitbetaald en 30 procent na afloop, op basis van de hoeveelheid CO2 die daadwerkelijk is vastgelegd. In 5 jaar tijd kan de vastgelegde hoeveelheid CO2 oplopen tot 2750 ton. Ter vergelijking: een enkele vliegreis van Amsterdam naar New York stoot 1,35 ton CO2 uit. Dit staat dus gelijk aan ruim 2000 vluchten naar New York.

Opportuniteit voor Vlaamse bedrijven

Vlaanderen maakt deel uit van het Europese Carbon Farming-consortium. Het Innovatiesteunpunt (een projectorganisatie die land- en tuinbouwers adviseert en faciliteert naar innovatie, red.) is de Vlaamse leadpartner voor het project. Jana Roels, innovatieconsulent bij Innovatiesteunpunt: “Ook in Vlaanderen zijn tal van samenwerkingen rond carbon farming denkbaar.”

“We merken dat bedrijven hun CO2-uitstoot wel willen verminderen en dat ook deels doen, maar dat ze vaak ook een deel van hun uitstoot (nog) niet kunnen vermijden. Op dat moment wordt er gekeken naar compensatie, maar wordt er nog te weinig aan lokale initiatieven gedacht. Of dat bedrijven een duwtje in de rug kunnen gebruiken om de stap te zetten. Vorig jaar deden we al een oproep vanuit Carbon Farming. Er stapten toen een aantal bedrijven in het project, maar we zoeken nog extra kandidaten. Wij roepen bedrijven op om de zoektocht naar een klimaatneutrale bedrijfsvoering niet alleen intern te voeren, maar ook extern, door de landbouwsector te betrekken. Dat kan zowel voor bedrijven met een rechtstreekse link met de landbouwsector (agrofoodbedrijven) als met een minder directe link, zoals in het Nederlandse proefproject. Het potentieel is groot. Vlaamse bedrijven die hier mee in instappen, behoren bovendien tot de early adaptors. Ze zullen hier als eerste in Vlaanderen mee kunnen uitpakken.”

Bron: susanova.be

Auteur: Sarah Verhaegen

Datum: 9/06/2020

0 reacties

Terug naar zoekresultaten