Menu

De toekomst van binnenklimaat: smart buildings en circulariteit

Torfs, Sofie avatar
19/08/2020 17:24 in De wijk van morgen

De toekomst van binnenklimaat: smart buildings en circulariteit

De technologische evolutie in de bouwsector staat niet stil. Ook wat betreft binnenklimaat vinden nieuwe begrippen en concepten steeds meer ingang. ‘Smart buildings’ is één van de belangrijkste trends, en dat zal volgens de deelnemers aan het virtueel panelgesprek dat architectura.be organiseerde rond binnenklimaat ook zo blijven. Al wordt er nog te weinig gedaan met de data die verzameld worden.

Thomas Bockelandt (boydens engineering): “Meer meten én weten resulteert in een betere regeling, en dus in een beter binnenklimaat en een verhoogd comfort. Door meer met sensoren te werken kan je individueel ingrijpen om het comfort te verhogen. Bovendien laat het massaal inzamelen van data toe om exact te becijferen hoeveel de gebruiker kan besparen.

Intelligentie achter de data

Toch bestaat er ook enige scepsis, zoals bij Geert Bellens (METIZ). “Het ‘Internet of Things’ en ‘smart buildings’ zijn enorme buzzwords, maar in de praktijk merken we vaak dat er maar heel weinig smart is aan zo’n gebouw. Heel wat tertiaire gebouwen hebben een gebouwbeheersysteem dat data verzamelt, maar die data wordt niet altijd (nuttig) gebruikt. Heel veel installaties werken niet optimaal, ook al is er heel wat data voorhanden. Pas als het verzamelen van data leidt tot het nemen van logische beslissingen kan een gebouw echt smart worden. De intelligentie achter de data is belangrijker.”

Dat vindt ook Liesbeth Reekmans (IDEWE): “Het is belangrijk dat we weten wat er zich afspeelt in een gebouw, dat er meer gebeurt met de informatie die we uit sensoren halen, en dat we die resultaten ook naar de gebruikers brengen. Er is nood aan een verhoogd collectief bewustzijn inzake de impact van een goed binnenklimaat op de gezondheid van mensen.”

“Iets waar men bij Duco ook volop op inzet”, beaamt Dirk Slagmulder (Duco). “De slimme onderdelen binnen ventilatiesystemen zijn drager van heel wat data en informatie die maximaal benut worden in functie van een aangenaam binnenklimaat.”

“Het belang van smart buildings mag niet overschat worden”, haalt Steven Schreurs (Marge Architecten) aan. “Als architecten merken we dat in de meeste residentiële projecten zelfs eenvoudige domotica-oplossingen nog niet van toepassing zijn. Het zal nog een hele tijd duren voor de meerderheid van onze gebouwen op dergelijke manier bestuurd worden. Zeker in kleinschalige projecten is dit voor ons als architect geen hoofdbekommernis. Het is moeilijk om het overzicht te bewaren in het kluwen van mogelijkheden, want heel wat fabrikanten gebruiken hun eigen termen en systemen.”

Steven Poncelet (Renson): "Door middel van 'Open Motics' zet Renson nu reeds stappen om de data te gebruiken om de bewoner te ontzorgen. Zo zal de ventilatie samen kunnen werken met de zonwering en het aanwezige koelsysteem. Ook service level agreements kunnen zo meer ingang vinden in residentiële bouwprojecten. En op vlak van onderhoud biedt een geconnecteerd toestel de beste garantie op een goede binnenhuisluchtkwaliteit."

Containerbegrip

“Smart buildings is nu nog een containerbegrip, maar het concept heeft veel groeipotentieel”, aldus Lieven Verstaen (Daikin). “Er zal pas meerwaarde zijn als verschillende technologieën optimaal samenwerken. Het is bijvoorbeeld niet opportuun om de airco op volle kracht te laten draaien als de zonwering nog niet geactiveerd is. Zeker in de tertiaire sector is op dat vlak nog heel wat werk aan de winkel.”

Volgens Marc Achten (Vasco) zal de evolutie van smart buildings zich verder zetten. “Hoe meer we werken met verwarming op lage temperatuur, hoe belangrijker het wordt. Dergelijke verwarmingssystemen reageren immers traag, en dus moet je op voorhand lezen en het gebouw goed kennen. Monitoren wordt dus extra belangrijk.”

Product as a service

Een andere trend: circulariteit. In heel wat sectoren wint het begrip ‘product as a service’ aan populariteit, maar hoe zit dat in de wereld van het binnenklimaat? “Product as a service zal alvast in andere sectoren eerder doorbreken, zoals elektriciteit en verlichting”, vermoedt Joris Cox (Tarkett). “Er worden wel voorzichtig stappen gezet, maar in de private sector ligt dit toch nog moeilijk.”

Geert Bellens (METIZ) sluit zich daarbij aan. “Binnenklimaat als dienst aanbieden terwijl je ook rekening moet houden met heel wat beïnvloedende factoren, is moeilijk. Binnenklimaat is geen exclusief eigendom van de HVAC-sector, zo spelen onder meer ook de gebouwschil en zonwering een belangrijke rol. Een geïntegreerde aanpak is hierbij van belang.”

Walter Dox (DOX Acoustics): “Wij hebben de eerste stappen inzake ‘acoustics as a service’ met succes gezet. Verandert de functie van een ruimte, dan wordt de akoestiek tevens aangepast aan de nieuwe situatie. Op het einde van de looptijd heeft de klant de keuze tot aankoop of teruggave van de akoestische producten. Deze worden dan, al dan niet mits aanpassingen, terug in de markt gezet wat het circulaire plaatje compleet maakt.”

Wie garandeert de prestatie?

“Toch merken we dat in Nederland al heel wat bedrijven verwarming als een dienst aanbieden”, merkt Steven Poncelet (Renson) op. “Je kan er gaswandketels leasen, en onderhoud zit mee in het pakket. Ook prestatiegaranties met betrekking tot binnenklimaat vinden steeds meer ingang, zowel in residentiële als tertiaire gebouwen. Alleen wordt dit proces bemoeilijkt door wetgevende factoren. Ook is ‘ventilatie as a service’ niet vanzelfsprekend: om prestaties te garanderen moet de gebouwschil aangepast zijn, maar wie garandeert dan de prestatie? Een individuele firma kan dat niet, alleen een ontwikkelaar die een geïntegreerde aanpak voorstaat.”

Ook Lieven Verstaen (Daikin) stelt nog enkele obstakels vast: “Zo hangen onze toestellen vast aan het gebouw. Legaal gezien is het moeilijk om dat in te passen in een leasingformule. Maar vooral: het is moeilijk om vooraf in te schatten welk comfortniveau de eindklant wenst. We kunnen wel overleggen met de eigenaar of gebouwbeheerder, maar de gebruiker is grote onbekende factor.”

Bron: architectura.be

Auteur: FILIP VAN DER ELST

Beeld: Pixabay

0 reacties

Terug naar De wijk van morgen